Hermans beschrijft de wanorde in de gedachten van zijn hoofdpersonage Alberegt die moeite heeft het noorden op zijn moreel kompas te vinden. Hij verzandt van het ene dilemma in het andere en moddert wat besluiteloos aan. Ondertussen valt Duitsland Nederland binnen en breekt de tweede wereldoorlog uit. Nederland weet zich nog vijf chaotische dagen te verzetten voor het capituleert. Tegenstrijdige nieuwsberichten worden afgewisseld met verdwaalde soldaten die iedereen ‘Scheveningen’ laten zeggen om Duitse accenten eruit te halen.

Net als voor Alberegt en zijn omgeving wordt het ook voor de lezer af en toe warrig waardoor de vaart wat uit het verhaal gaat. Cynische dialogen over de vlucht van de Nederlandse koningin naar Engeland en discussies in de villatuin van welgestelde communisten - over hoe kapitalisme de oorzaak is van alle kwaad - maken van deze Hermans alsnog een aangenaam boek om lezen.